De verzekeringspremies voor vrachtschepen in de Rode Zee zijn de afgelopen maanden omhooggeschoten door de aanvallen van Jemenitische Houthi-rebellen. De kosten voor containervervoer over zee, die al onder druk stonden door de stijgende vrachttarieven en langere alternatieve handelsroutes, lopen daardoor verder op.
Vrachtschepen die door de Rode Zee willen varen, moeten hun verzekeringsmaatschappijen daar eerst van op de hoogte stellen. De verzekeraars kunnen dan zowel het schip als de reis beoordelen en een extra oorlogspremie bovenop de normale dekking vragen.
Volgens verschillende anonieme bronnen in de scheepvaartwereld, geciteerd door persbureau AFP, bedraagt de huidige premie voor oorlogsrisico's tussen de 0,6 en 1,0 procent van de waarde van het schip. Dat kan neerkomen op een aanzienlijk bedrag aangezien sommige schepen meer dan 100 miljoen euro waard zijn. De Franse verzekeringsgroep Ascoma International schat dat de oorlogsverzekeringspremie vijf tot tien keer zo hoog is geworden voor schepen die de Rode Zee oversteken.
Veel rederijen laten hun schepen om de Houthi-aanvallen een omweg maken via zuidelijk Afrika. Dit duurt tien tot vijftien dagen langer dan de route via de Rode Zee, soms zelfs twintig dagen langer voor langzame schepen. Reders die dit doen, hoeven dan geen tol te betalen in de Rode Zee maar krijgen wel te maken met hogere brandstof- en arbeidskosten voor de langere reis.