Viaplay is donderdag gekelderd op de beurs in Zweden. De streamingdienst, die in Nederland onder meer Formule 1-races en voetbalwedstrijden uit de Engelse Premier League uitzendt, maakte bij de presentatie van de kwartaalcijfers bekend zich terug te trekken uit veel landen. In Nederland blijft Viaplay nog wel actief. De reorganisatie heeft tot gevolg dat een kwart van alle banen verdwijnt. Het aandeel verloor ongeveer de helft van zijn waarde.
De financiën van Viaplay staan al langer onder druk. Recent gaf het bedrijf al twee winstwaarschuwingen af. De pas aangetreden topman Jørgen Madsen Lindemann zegt zich zorgen te maken over alle toekomstige kosten voor veel programma's. De omzet stijgt weliswaar, maar niet hard genoeg om alle toekomstige betalingen te kunnen doen. Het bedrijf moet daarom in gesprek met geldschieters over voorwaarden rond een aantal leningen, aldus Lindemann in een toelichting.
De AEX-index stond aan het einde van de handelsdag 0,7 procent lager op 769,62 punten. De MidKap leverde 0,3 procent in tot 924,69 punten. De beurzen in Parijs, Frankfurt en Londen stegen tot 0,8 procent.
Chipbedrijven ASML, Besi en ASMI hadden het zwaar te verduren en eindigden in de staart van de AEX. ASMI verloor 5,7 procent, ASML 4,9 procent en Besi 2,5 procent. Een flinke winstdaling van de Taiwanese chipproducent TSMC, een belangrijke klant van de chipmachines van ASML, zorgde voor verkoopdruk in de chipsector. Het bedrijf zag de winst dalen voor het eerst in vier jaar tijd. Doordat consumenten vanwege de hoge inflatie minder uitgeven aan elektronica is er ook minder vraag naar chips.
Bij de kleinere bedrijven steeg Sligro 4,1 procent. De groothandelsketen realiseerde 24 procent meer omzet in de eerste helft van dit jaar. De nettowinst daalde daarentegen hard, tot 1 miljoen euro. In dezelfde periode een jaar geleden bleef er onder de streep nog 23 miljoen euro over. Sligro schrijft die winstval toe aan een grote eenmalige boekwinst in 2022. Wel blijven de bestedingen volgens Sligro op peil en groeit de markt; grotendeels gedreven door prijsstijgingen, want de volumes in de markt staan onder druk.
De euro was 1,1142 dollar waard, tegen 1,1194 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent minder op 74,93 dollar. Brentolie werd 0,5 procent goedkoper, op 79,09 dollar per vat.