Wall Street daalt omdat inflatie VS nog hoger ligt dan verwacht
De aandelenbeurzen in New York gingen dinsdag omlaag, na de opmars een dag eerder. Beleggers reageerden op het bericht dat de Amerikaanse inflatie in januari nog hoger was dan door kenners werd verwacht. Dit zou namelijk kunnen betekenen dat de Federal Reserve langer doorgaat met het verhogen van de rente om de inflatie te bedwingen. En dat zou ongunstig kunnen zijn voor de waardering van aandelen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,2 procent lager op 34.166 punten. De brede S&P 500 verloor ook 0,2 procent, tot 4130 punten, en techbeurs Nasdaq ging met hetzelfde percentage omlaag tot 11.869 punten.
Coca-Cola won 0,1 procent. De frisdrankenfabrikant boekte afgelopen kwartaal meer omzet dan verwacht dankzij hogere prijzen. Het verkoopvolume nam daarbij wel licht af. Voor 2023 rekent het concern op een verdere omzetgroei. Restaurant Brands International, de eigenaar van onder meer hamburgerketen Burger King, kwam ook met cijfers en kondigde tevens aan dat operationeel directeur Joshua Kobza topman José Cil per 1 maart 2023 zal opvolgen. Het aandeel werd meer dan 5 procent lager gezet.
Ford noteerde op zijn beurt een fractie hoger. De autofabrikant gaat de komende drie jaar 3800 banen schrappen in Europa. Daarvan verdwijnen er 2300 in Duitsland en nog eens 1300 in het Verenigd Koninkrijk. De overige tweehonderd banen worden in andere landen geschrapt. Het gaat vooral om technische en administratieve banen. De banenreductie hangt samen met de overgang naar elektrische auto's. Die hebben minder onderdelen waardoor er minder werk is om onderdelen te ontwikkelen.
Avis won een kleine 5 procent dankzij goed ontvangen kwartaalcijfers. De autoverhuurder liet verder weten dat de sterke vraag zich ook in het huidige kwartaal heeft voortgezet. Palantir Technologies dikte verder bijna 11 procent aan. Het databedrijf wist afgelopen kwartaal voor het eerst een nettowinst te boeken. Ook denkt het bedrijf over heel 2023 voor het eerst winstgevend te zijn.
De euro was 1,0749 dollar waard, tegen 1,0712 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 2 procent minder op 78,50 dollar. Brentolie werd 1,7 procent goedkoper op 85,14 dollar per vat.
