De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn vrijdag met winsten het weekend ingegaan. Tussentijds werden zelfs records aangetikt. Beleggers op Wall Street lijken ervan overtuigd dat een akkoord over de belastinghervormingen in het Amerikaanse congres er snel gaat komen.
De Dow-Jonesindex sloot 0,6 procent hoger op 24.651,74 punten. De bredere S&P 500 won 0,9 procent tot 2675,81 punten en schermenbeurs Nasdaq kreeg er 1,2 procent bij op 6936,58 punten.
Zorgen over de door de Republikeinen geplande belastingverlagingen voor bedrijven staken donderdag opnieuw de kop op, toen een Republikeinse senator zei toch tegen het voorstel te zullen stemmen. Inmiddels is hij weer bijgedraaid, waardoor de belastinghervormingen een stap dichterbij zijn gekomen.
Oracle ging 3,8 procent omlaag. Het softwareconcern verdiende meer aan clouddiensten, maar de groei was minder sterk dan analisten hadden verwacht. Branchegenoot Adobe kwam met sterke resultaten in het vierde kwartaal en werd door beleggers 1,4 procent hoger gezet.
Ook Costco opende de boeken. Daarbij viel zowel winst als omzet van het groothandelsconcern hoger uit. Het aandeel noteerde 3,3 procent in de plus.
Een andere opvallende stijger was verder het sportmerk Under Armour, dat een partnerschap sloot met Canadese sporters en daarop bijna 10 procent won. Spoorbedrijf CSX zakte daarentegen 7,6 procent, nadat topman Hunter Harrison had aangekondigd met ziekteverlof te gaan. CSX is juist bezig met een controversiële reorganisatie. Het ziekteverlof wakkert de onrust rond het bedrijf aan.
Qualcomm ging 0,1 procent omhoog. De chipgigant liet weten de aandeelhouders van het Nederlandse NXP langer de tijd te geven om hun stukken aan te melden. Die termijn liep donderdag af. Qualcomm, dat 110 dollar per aandeel over heeft voor branchegenoot NXP, geeft de aandeelhouders nu tot 12 januari de tijd. Meerdere aandeelhouders van NXP vinden het bod van Qualcomm echter te laag.
De euro was 1,1754 dollar waard, tegen 1,1773 dollar bij het Europese slot eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie werd 0,5 procent duurder op 57,32 dollar. Brentolie kostte 0,1 procent minder op 63,23 dollar per vat.