Het Nederlands vrouwenhandbalteam speelt zondag in de troostfinale van het WK in Duitsland tegen Zweden. Die ploeg verloor vrijdag in Hamburg in de halve finale van Frankrijk, met 24-22.
Oranje was eerder op de dag in de andere halve eindstrijd niet opgewassen tegen titelverdediger Noorwegen en werd met 32-23 afgedroogd. De ploeg van bondscoach Helle Thomsen verloor twee jaar geleden de finale van de Scandinavische grootmacht, maar het zilver was toen wel historisch. Een bronzen medaille kan dit WK nog de beloning worden.
Zweden, dat voor het eerst in de halve finales van een mondiale eindronde stond, liet zich bepaald niet wegspelen door Frankrijk, de winnaar van het zilver op de Olympische Spelen van Rio. In de eerste helft maakte Zweden een achterstand van 10-6 goed en ging het met een kleine voorsprong de rust in (12-11). Frankrijk leek in de tweede dertig minuten snel orde op zaken te stellen, maar gaf opnieuw een voordelige marge weg; van 19-16 naar 19-19. In de spannende slotfase kreeg Frankrijk wat hulp van de scheidsrechter. Topscorer in het duel was de Zweedse Nathalie Hagman met acht treffers.
Nederland trof Zweden ook op de afgelopen drie grote toernooien. Op het EK van 2016 won Oranje met 33-30, het duel op de Spelen van Rio eindigde in een gelijkspel (29-29), evenals de ontmoeting op het WK van 2015 (28-28).
Noorwegen en Frankrijk staan voor de derde keer tegenover elkaar in een WK-finale. De vorige twee (1999 en 2011) won Noorwegen.