Wall Street terughoudend voorafgaand aan inflatiecijfer en debat
NEW YORK (ANP) - Beleggers namen dinsdag wat gas terug op de aandelenbeurzen in New York, in afwachting van een belangrijk inflatiecijfer uit de Verenigde Staten op woensdag en het eerste debat tussen de Amerikaanse vicepresident Kamala Harris en oud-president Donald Trump in aanloop naar de presidentsverkiezingen.
Het inflatiecijfer is van belang voor het rentebeleid van de centrale bank. De Federal Reserve vergadert volgende week over de rente en zal dan naar verwachting de rente voor het eerst in jaren verlagen.
Op de beursvloeren op Wall Street was de stemming terughoudend. De Dow-Jonesindex sloot 0,2 procent lager op 40.736,96 punten. De breder samengestelde S&P-index klom 0,5 procent tot 5495,52 punten. Techgraadmeter Nasdaq boekte 0,8 procent winst tot 17.025,88 punten.
Oracle klom ruim 11 procent. Het Amerikaanse softwareconcern profiteerde van de sterke vraag naar toepassingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) en boekte in het afgelopen kwartaal meer omzet en winst.
Apple zakte 0,4 procent. Het techconcern moet 13 miljard euro terugbetalen aan Ierland, oordeelde het Europese Hof van Justitie. Brussel had die boete opgelegd vanwege ongeoorloofde staatssteun. Ook Google kreeg dinsdag een miljardenboete te verwerken na een uitspraak van het Europese Hof van Justitie: de zoekmachine moet een geldstraf van 2,4 miljard euro definitief betalen. Het aandeel Google bleef dinsdag vrijwel onveranderd.
Southwest Airlines zakte 1,6 procent, nadat bekend was geworden dat de voorzitter en zes directeuren van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij opstappen. De activistische belegger Elliott Investment Management voerde de afgelopen maanden druk uit op de luchtvaartmaatschappij om veranderingen door te voeren.
Starbucks won 1,2 procent. De nieuwe topman Brian Niccol kondigde aan dat hij meer wil doen om de fysieke locaties van het bedrijf te verbeteren, nu digitaal bestellen de bedrijfsvoering van de koffieketen flink heeft veranderd. Niccol nam maandag het roer over, enkele weken nadat de vorige topman was ontslagen.
De euro was 1,1025 dollar waard, tegenover 1,1022 dollar bij het sluiten van de beurzen in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 3,5 procent minder op 66,33 dollar. Brentolie werd 3 procent goedkoper op 69,67 dollar.
