De Amerikaanse miljardair en filantroop George Soros is bezig de controle over zijn imperium over te dragen aan zijn zoon Alexander Soros, schrijft The Wall Street Journal (WSJ). De 92-jarige Soros, die niet erg geliefd is onder Amerikaanse conservatieven, zet zijn vermogen sinds de jaren tachtig onder meer in voor economische en justitiële hervormingen, rechten van minderheden en vluchtelingen en de vrijheid van meningsuiting.
In een interview met de Amerikaanse zakenkrant legt de 37-jarige Alexander Soros uit dat hij "politieker" is dan zijn vader en dat hij verontrust is over de mogelijkheid dat de voormalige Republikeinse president Donald Trump in 2024 herkozen wordt. "Ik zou het geweldig vinden als geld niet zo'n grote rol zou spelen in de politiek, maar zolang de andere kant het doet, moeten wij het ook blijven doen," aldus de jongere Soros.
Alexander Soros werd in december verkozen tot voorzitter van de raad van bestuur van de door zijn vader opgerichte Open Society Foundations (OSF). Daardoor leidt hij nu ook de Amerikaanse politieke activiteiten die zijn ondergebracht in een 'Super PAC', een structuur die het mogelijk maakt campagnes van politieke kandidaten financieel te steunen. "Onze kant (de Democratische) moet patriottischer en inclusiever zijn", zei hij tegen de WSJ. "Dat iemand op Trump stemt, betekent niet dat deze verdwaald of racistisch is."
Onder zijn leiding zou OSF op dezelfde voet verder moeten gaan. Maar hij wil aan OSF ook andere doelen toevoegen, zoals abortusrechten en gendergelijkheid. Alexander is volgens de WSJ het enige familielid dat zitting heeft in het investeringscomité van Soros Fund Management, het bedrijf dat toezicht houdt op OSF. Het grootste deel van de 25 miljard dollar van Soros Fund Management gaat de komende jaren naar de OSF, terwijl 125 miljoen dollar gereserveerd is voor de Super PAC, aldus de WSJ.