http://vnieuws.nl/wp-content/uploads/2015/05/Tulpen-nooit-meer-hangen.mp4
Tulpen, Nederland staat er wereldwijd bekend om. Zo bedankt de paus ieder jaar met Pasen Nederland voor de prachtige bloemen die op de christelijke feestdag het Sint Pietersplein in Rome opfleuren. Daarnaast is de Keukenhof een heus begrip in ons kikkerlandje. Dit alles is niet zo gek als je bedenkt dat Nederland zestig procent van de wereldwijde bloemenhandel in handen heeft. Maar hoe is dat eigenlijk zo gekomen en hoe gaat het nu met de Nederlandse bloemenhandel?
Onze bloemenvelden die tot de horizon reiken zijn zowel geliefd bij Nederlanders als toeristen. En de
Keukenhof is een van de meest populaire toeristische trekpleisters in Nederland. Het lentepark verwelkomde afgelopen seizoen maar liefst
1,4 miljoen bezoekers .
Ook uit cijfers blijkt dat Nederland echt een bloemenland is.
Uit onderzoek van het CBS en Wageningen Economic Research in opdracht van het ministerie van Economische Zaken blijkt dat ons kikkerlandje in 2016 voor maar liefst 85 miljard euro aan landbouwgoederen exporteerde; dat is meer dan ooit tevoren. Sierteelt, onder andere bloemen en planten, is een lucratief exportproduct voor Nederland. Sterker nog, de bloemenhandel is een van de belangrijkste sectoren van Nederland. Ons land is zelfs in Europa marktleider op dit gebied, aldus het
rapport Cijfers & Trends van de Rabobank. Wat het allerbelangrijkste exportproduct is? Je raadt het al: onze iconische tulp. Dit jaar zullen er ongeveer 1,7 miljoen Nederlandse tulpen belanden in vazen over de hele wereld. Deze worden door ongeveer vierhonderd bloementelers gekweekt.
Een uniek Nederlands bloemenmerk is Frederique’s Choice van oud-topmodel Frederique van der Wal. Het is het eerste bedrijf in de sector sierteelt dat de milieu-voetafdruk van boeketten heeft berekend. Frederique en haar zakenpartner Paul Roetenberg willen alles zo duurzaam mogelijk laten verlopen; van het kweken van de bloemen tot de bezorging. Dat hebben ze gedaan door de keten van kweker naar vaas zo kort mogelijk te houden en de milieubelasting met partners in kaart te brengen.
Fotocredit: Frederique’s Choice
Maar hoe komt het eigenlijk dat Nederland een bloemenland is? Het is allemaal begonnen in het midden van de zestiende eeuw toen de rijke Turkse sultan Süleyman tulpenbollen, die destijds peperduur waren, cadeau gaf aan de Vlaamse gezant in Turkije, Ogier Gisleen van Busbeke. Hij gaf een paar daarvan op zijn beurt aan de Vlaming Carolus Clusius, die op een later moment hoogleraar aan de Universiteit van Leiden werd. Hier voerde hij allerlei testen uit met de tulpenbollen. Hij peinst er niet over om zijn bollen te verkopen, maar op een nacht stalen dieven er een paar uit zijn tuin. Deze gebeurtenis wordt gezien als het begin van de tulpen- en bollenhandel in Nederland.
Een tulpenbol was meer waard dan een grachtenpand
Nederland kreeg te maken met de zogenoemde tulpenmanie. Talloze mensen kochten bollen. Vervolgens kregen ze een stukje papier waarop hun aankoop stond. Deze verkochten ze weer door. Een lucratieve handel, want een bol was op een gegeven moment meer waard dan, je zult het haast niet geloven, een grachtenpand.
Deze tulpenmanie duurde van 1634 tot 1637. Toen maakte de regering er een einde aan. De reden? Sommige mensen waren schatrijk geworden van de handel in bollen, maar andere juist straatarm. Ondanks dat de tulpenmanie over was, waren bollen tot ongeveer honderd jaar geleden weggelegd voor rijke mensen. De bijzondere bloementijd leverde veel op voor Nederland. Tot op de dag van vandaag wordt ons land de bloemenwinkel van de wereld genoemd.