Therapeut Meta Herman de Groot: “Zie je kinderen niet als een verlengstuk van jezelf maar als een autonoom mens in ontwikkeling”

Meta Herman de Groot
Meta Herman de Groot
Foto: Privé

Er speelt veel in opvoedland, daar is therapeut en pubercoach Meta Herman de Groot het roerend mee eens. Veel opvoeders, en dat zijn we allemaal, worstelen met het grootbrengen en begeleiden van kinderen. Onlangs heeft ze De Meta Methode gelanceerd, waarmee ze ouders ondersteunt in zowel de opvoeding, hun partnerrelatie en eigen persoonlijke ontwikkeling. “De Meta Methode gaat uit van dat je leven een vervolgverhaal is. Het verleden, heden en de toekomst hebben allemaal invloed op elkaar. We zijn momenteel geneigd om te veel met onszelf bezig te zijn en minder te kijken naar wat kinderen bezighoudt.”

Steeds meer ouders vinden opvoeding een uitdaging, met name als hun kinderen in de puberteit komen. Waar komt dit door?

“Door de individualisering in onze samenleving zijn ouders steeds meer gericht op zichzelf. Ik zie dat ouders minder verbonden zijn met hun kinderen, wat een impact heeft op de emotionele opvoeding. We zijn als ouders snel geneigd om te projecteren op onze kinderen en dus te reageren vanuit onze eigen kijk op de wereld en eigen bagage. Opvoeden in het hier en nu is voor veel ouders een lastige opgave.”

Je hebt het over de emotionele opvoeding. Wat bedoel je hiermee?

“Dan heb ik het over de beschikbaarheid en betrokkenheid van de ouder. Ben je echt aanwezig? Ik bedoel hier de emotionele beschikbaarheid mee, de connectie met je kind en het kijken door de ogen van je kind. Wat houdt je kind werkelijk bezig?”

Het valt je op dat veel ouders projecteren op hun kinderen. Wat wordt er zoal geprojecteerd?

“Ik vind de moderne ouder een behoorlijk bezorgde ouder, die zich te veel richt op alle gevaren. En alles wil doen om te voorkomen dat er iets niet goed gaat. Kinderen mogen geen negatieve ervaringen hebben. Alles moet leuk en een feestje zijn.

Ik maak veel echtscheidingen mee en daar hoort verdriet en teleurstelling bij. Wat ik merk is dat ouders dan zeggen: ik kan hierover geen gesprek voeren met mijn kind. Vooral pubers vinden het lastig om woorden te geven aan hun eigen verdriet. Ouders zeggen dat hun puber er niet over wil praten. Niet kunnen of willen is een groot verschil. Maar erover praten is juist wat je moet doen met je kind. Ouders vinden het vaak zelf lastig. Je ziet dat als een kind verdrietig is, dat dit doorslaat op het verdriet van de ouder zelf. Het raakt aan hun eigen verdriet.”

Welke factoren maken het opvoeden anno 2019 extra uitdagend?

“De digitale wereld heeft de kinderen maar ook de ouders in beslag genomen. Veel ouders worstelen daarmee. Kinderen worden continu die wereld binnengezogen door sociale media en zitten vrijwel permanent op hun telefoon. Dat heeft ook een sociale functie, dat is zeker zo, maar de echte wereld, de ontmoeting, met elkaar zijn, ook met je ouders, is wel de basis en heeft een wezenlijke functie. Ouders zijn geneigd om hun kinderen te weinig uit te nodigen voor die ontmoeting. Met name in de puberteit hebben kinderen hun eigen leefwereld en kiezen ouders ervoor om ze meer te laten. Ze krijgen ze moeilijk mee, terwijl juist die ervaringen van met elkaar in het echte leven belangrijk is voor hun ontwikkeling.”

Je hebt De Meta Methode ontwikkeld, waarmee je ouders ondersteunt met die worsteling. Waar richt je je op met die methode?

“De Meta Methode gaat uit van het principe dat je leven een vervolgverhaal is. Alles wat je ervaart en meemaakt heeft invloed op jezelf en in relatie tot de ander. En je eigen opvoeding en ontwikkeling spelen een rol in de manier waarop je zelf je kinderen grootbrengt. Ik ga uit van een systemische benadering. Een kritische of bezorgde ouder zijn heeft te maken met je eigen emotionele biografie. Hoe waren je eigen ouders en hoe was jij als kind? Beide hebben invloed op hoe je zelf reageert op je kinderen. Wat we mogen leren, is om ons ervan bewust te zijn dat die bagage uit ons verleden er is, maar dat we ons hier niet door laten leiden. Daar help ik mensen mee. Als we reageren, zou dit vanuit het hier en nu moeten zijn.”

Je richt je daarbij naast de opvoeding op de relatie en de persoonlijke ontwikkeling van de ouder(s).

“Klopt, die drie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We leven in een tijd waarin persoonlijke ontwikkeling een prominente rol speelt. Wat relaties betreft zie ik steeds meer echtscheidingen. Die hebben invloed op het ouderschap. Ouders zijn steeds meer gericht op me, myself and I, waardoor ze vergeleken met vroeger minder met hun kinderen bezig zijn. We leren van alles door onze eigen persoonlijke ontwikkeling, maar dit projecteren we vervolgens ook weer op onze kinderen.”

Waarin onderscheidt jouw aanpak zich van andere opvoedmethodes of technieken?

“Ik ga uit van wie je was, wie je bent geworden en wie je zou willen zijn. Mijn aanpak is concreet, waarin ik een duidelijke lijn volg. Het is praktisch, waarbij ik ervan uitga dat je je eigen gedrag kunt veranderen, waardoor ook je denken verandert. Ons gedrag is iets concreet waar veel mensen tegenaan lopen. De methode duurt zo’n twee maanden. Het is dus geen zeven jarige kabbel therapie.

Wat ik vaak zie, is dat mensen jarenlang in therapie zitten waarin er veel gepraat wordt, ook door de therapeut. Mensen gaan bij mij door verschillende lagen heen en moeten dus ook uit hun comfortzone. En dat mag best een beetje pijn doen. Mijn aanpak is confronterend en soms spannend en doet dus ook een beetje pijn. Je wordt geconfronteerd met je verleden, onvermogen en angsten.”

It takes a village to raise a child. Door de individualisering van onze samenleving waarover je eerder sprak, speelt de community minder een rol. Zijn we meer geïdentificeerd met de rol van ouder?

“Zeker. Gezinnen waren vroeger groter, toen was er verdeelde aandacht. Kinderen werden opgevoed door oudere broers en zussen, gingen veel meer naar buiten en ook de leraar deed een stukje opvoeding, naast ooms, tantes en grootouders. We waren meer familie georiënteerd. De gezinnen zijn nu kleiner.

Kinderen moeten een betere versie van zichzelf worden en daar doen ouders alles voor. Maar kinderen mogen hun eigen individu zijn en geen versie van hun ouders. Niet kunnen loslaten en de controle willen hebben spelen een grote rol in de opvoeding.

En de hoeveelheid echtscheidingen. Als ouders gaan scheiden, worden kinderen meer als bezit gezien en soms wordt erom gevochten. Vanuit een schuldgevoel moet het na een scheiding altijd leuk zijn en willen ouders zoveel mogelijk tijd met hun kind doorbrengen. Hierdoor worden ze minder uitbesteed en is de opvoeding minder breed.”

Stel, er komt een opvoed opleiding voor mensen die een kind willen. Wat mag volgens jou zeker niet ontbreken in die opleiding?

“Bewustzijn op je eigen vervolgverhaal en bagage. Het is belangrijk dat aanstaande opvoeders hun eigen verhaal kennen en dat je je eigen verleden hebt verwerkt, zodat je dit niet meeneemt in het ouderschap. Dit betekent dat je je eigen triggers herkent en dat als je reageert op iets van je kind, dat dit ergens vandaan komt. We mogen leren kijken door de ogen van het kind, waarbij ook de communicatie een belangrijke rol speelt. Het gaat erom dat je in contact blijft. Contact maken heeft veel meer effect op de communicatie dan het opstellen van regels en straffen uitdelen.”

Je coacht ook pubers en adolescenten. Wat zeggen zij zelf over de opvoeding die ze krijgen?

“Ze missen vaak een veiligheid, omdat ouders niet helder en consequent zijn. Verder zie ik dat kinderen een te grote broek aankrijgen, waarbij de ouder-kindrelatie haast op vriendschapsniveau is. Ze worden belast met informatie die ze nog niet kunnen managen. Kinderen worden al snel als volwassenen behandeld, op een niveau dat ze nog niet aankunnen.”

Wat wil je ouders ten slotte nog meegeven?

“Kijk naar je eigen verhaal, los van de ander. De kern van volwassenheid is verantwoordelijkheid dragen voor je eigen leven, en dus ook voor je gedrag. Pak dus zelf de regie en neem je verantwoordelijkheid. En zie je kinderen niet als een verlengstuk van jezelf maar als een autonoom mens in ontwikkeling.”