Er is een recordhoeveelheid geld gespaard sinds Corona, zo maakt De Nederlandsche Bank onlangs bekend. Dat klinkt goed, maar met de extreem lage rentestand levert dat weinig op. En dat blijft ook nog wel even zo, volgens de experts. Gezien dat probleem, en de almaar stijgende huizenprijzen is het dan ook niet vreemd dat velen overwegen hun geld in een beleggingspand te steken, om dit vervolgens te verhuren. Maar is dat inderdaad zo verstandig als het lijkt? Wat zijn de voor- en nadelen van een beleggingspand?
Er zijn uiteraard meer opties als je nu je geld ergens in wil investeren. De beurzen doen het goed, en ook de waarde van verschillende cryptomunten is explosief gestegen. Veel mensen handelen in cryptovaluta, maar hier is wel een hoger risico aan verbonden. Een beleggingspand daarentegen kent vaak een erg laag risicoprofiel, omdat het waardevast is.
De verhuurhypotheek
Of een huis inderdaad veiliger is, ligt ook een beetje aan de mogelijkheden die je hebt. Dat begint uiteraard bij de hypotheek die je kan krijgen. Als je niet van plan bent om zelf in het huis te gaan wonen dat gefinancierd moet worden, heb je een ander soort hypotheek nodig: een
verhuurhypotheek . Kort samengevat: je betaalt vaak meer rente over een verhuurhypotheek dan bij een gewone hypotheek, en ook zal je waarschijnlijk meer eigen geld moeten inbrengen. De reden daarvoor is simpel: een verhuurd huis is – vanwege de bescherming die een huurder geniet – minder waard dan een onverhuurd huis.
Overdrachtsbelasting
Los van de hypotheek, heb je uiteraard nog andere kosten. Zo betaal je sinds 1 januari acht procent
overdrachtsbelasting als je een huis koopt waar je niet zelf in gaat wonen. Ondanks die extra kosten kan het echter nog steeds een interessante investering zijn – dat is erg afhankelijk van jouw specifieke keuzes. De huurinkomsten maken wellicht die hogere rente meer dan goed, en ook de verwachtte waardestijging kan die kosten compenseren. Daarbij is het wel relevant om te kiezen voor de juiste plek, en je moet je geld lang genoeg vast kunnen zetten.
Stijgende huizenprijzen
De afgelopen jaren zijn de huizenprijzen explosief gestegen – in 2020 zelfs met tien procent – maar de verwachting is dat dit wel iets afvlakt. Volgens de Rabobank mag je in 2021 op een stijging van 5,5 procent rekenen, de ABN AMRO denkt aan een stijging van
5 procent . Volgens de ING gaat er juist 0,5 procent af. Op de lange termijn is een waardestijging waarschijnlijk – gezien de enorme woningnood en de hoeveel spaargeld die we bezitten – maar veel is nog onzeker.
Van starter naar miljonair
Daarbij maakt het soort huis natuurlijk uit: starterswoningen zullen voorlopig wel hot blijven, maar de groep mensen die een half kasteel in hartje Amsterdam kan betalen wordt steeds kleiner. De expat is weg, en we weten niet of en wanneer die terug komt. Jan Modaal verdiende in 2020 36.500 euro. Daarmee kan hij een hypotheek krijgen van zo’n 170.000 euro. Als er ook een mevrouw Modaal aanwezig is, stijgt het inkomen en daarmee de mogelijke hypotheek naar zo’n 297.000 euro. Er zijn vrijwel geen huizen voor deze groep, dus als je in dit segment zit, zit je waarschijnlijk wel goed. Zeker aangezien de woningnood voorlopig niet wordt opgelost. Een mens moet toch wonen. En z’n geld ergens kwijt.