Het Joods Museum in Amsterdam sluit met vijf stukken aan op het landelijke netwerk van de Canon van Nederland, de bekende lijst van vijftig thema's uit de vaderlandse geschiedenis. Het bijbehorende netwerk bestaat uit met name musea die voorwerpen in huis hebben die te maken hebben met de vijftig zogenoemde canonvensters.
Daarin wordt telkens een onderwerp uit de Nederlandse geschiedenis belicht waarvan iedereen volgens de samenstellers van de Canon zou moeten weten. De Canon van Nederland met die vensters is online te vinden en ook in beeld gebracht in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Maar de geschiedenis is overal en daarom is er een heel netwerk met plekken waar voorbeelden te vinden zijn. Zo 'n plek is ook het Joods Museum.
De vijf geselecteerde museumobjecten daar geven informatie bij de vensters Slavernij, Spinoza, Napoleon Bonaparte, Aletta Jacobs en Anne Frank. Het gaat om onder meer onder meer een oude Surinaamse kaart, waarop Jodensavanne te vinden is: een dorp met een synagoge, een Joodse begraafplaats en ook ooit plantages en slaven.
Toegevoegd aan het netwerk worden ook schilderijen van Baruch Spinoza, de beroemde filosoof van Joodse afkomst, Jonas Daniël Meijer, de eerste Joodse advocaat in Nederland (Joden konden lange tijd geen advocaat worden) en van Aletta Jacobs, de eerste vrouwelijke doctor in de geneeskunde en ook van Joodse huize.
Bovendien is er in het museum een rol stof met Jodensterren, als symbool voor de isolatie en discriminatie van de Joodse bevolking in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Alle vijf de stukken zijn te zien in de vaste tentoonstellingen in het Joods Museum.