Tegenslagen hebben van judoka Meyer ‘best goede zwemmer’ gemaakt

Foto: ANP

Judoka Roy Meyer miste de Olympische Spelen van Tokio en achteraf zegt hij dat hij er een beter mens door is geworden. “Ik ben in een verloren situatie opgegroeid,” zo praat hij in aanloop naar de Europese titelstrijd in Sofia over een moeilijke jeugd. “Ik had een keuze: verdrinken of zwemmen. Door leren om te gaan met tegenslagen in het leven, ben ik best een goede zwemmer geworden.”

Zet teleurstellingen om in groei en maak van verlies winst. “Dan merk je dat het steeds gemakkelijker wordt teleurstellingen om te draaien in iets positiefs”, vervolgt het zwaargewicht. Henk Grol kreeg de voorkeur om naar Tokio te gaan. “Ik wist dat het telefoontje kwam met de mededeling dat hij de voorkeur kreeg. Toch was het een enorme klap. Het eerste toernooi erna verloor ik meteen van een ‘pannenkoek’. Daarna heb ik de draad weer opgepakt.”

Hij twijfelde of hij naar de WK zou gaan, die nog voor Tokio werden gehouden. “Maar mijn dierbaren zeiden: Roy, je kunt daar toch wereldkampioen worden. Dat is toch niet niks? Ik heb vervolgens mijn hele ziel en zaligheid erin gegooid en pakte brons. Mijn tweede medaille op een WK. Ik won van mensen van wie ik nog nooit had gewonnen. Het was voor mij het begin van een mooie tijd.”

Naast sport wilde Meyer ook graag iets bij de televisie doen. “Ik vind het leuk om in de media actief te zijn en heb eens wat lijntjes uitgegooid.” Hij werd co-commentator bij uitzendingen van de Olympische Spelen en ‘burgemeester’ van het Olympic Festival in Den Haag, waar hij kinderen inspireerde en sporters ontving die wel een medaille in Tokio wonnen. “Ik heb prachtige reacties ontvangen. Mensen waardeerden het dat ik in deze situatie toch positiviteit uitstraalde.”

Het sterkte hem in bepaalde overtuigingen. “Je hebt topsporters die het nodig vinden de hele wereld van zich af te houden om maar hun doel te bereiken. Ook al gaat het ten koste van hun omgeving. Ik doe niets af aan het feit dat opoffering en toewijding noodzakelijk zijn om het hoogste te bereiken. De andere kant van het verhaal is dat je het ook voor vijftig procent kunt delen met anderen. Egocentrisme is een makkelijk excuus voor onprettig gedrag. Alles om je heen kapot laten gaan is niet hetzelfde als alles opofferen.”

Ook daarin trekt Meyer een vergelijking met het ‘normale’ leven. “De beste leidinggevende is een visionair die begrijpt dat mensen het samen moeten doen. Niet iemand die alleen maar loopt te delegeren. Judoka’s hebben het gevoel dat ze pijn moeten voelen om het idee te krijgen dat ze genoeg hebben getraind. Natuurlijk moet je willen winnen en ik lig ook wakker als ik een keer niet alles uit een training heb gehaald. Maar het helpt ook dat je jezelf als topsporter soms niet al te serieus neemt.”