Atlete Nadine Visser heeft op de Olympische Spelen in Tokio geen medaille kunnen bemachtigen. De 26-jarige Noord-Hollandse eindigde in de finale van de 100 meter horden als vijfde in 12,73.
Jasmine Camacho-Quinn uit Puerto Rico rende als snelste over de tien horden en won het goud in 12,37. Het zilver ging in 12,52 naar de Amerikaanse Kendra Harrison en Megan Tapper uit Jamaica rende in 12,55 naar brons.
Direct bij de finish was duidelijk dat Visser niet had kunnen verrassen met een plak. Nadat de finishfoto uitvoerig was bekeken, bleek dat Visser vijfde was geworden; ze was 0,01 sneller dan Devynne Charlton van de Bahamas. De Nigeriaanse Tobi Amusan, de nummer 4, was 0,13 sneller dan Visser.
Het was voor Visser spannend of ze de Olympische Spelen zou halen, want bij haar eerste wedstrijd outdoor in het olympische seizoen liep ze een hamstringblessure op, die haar zes weken aan de kant hield. Ze herstelde echter voortvarend en kon in aanloop naar de Spelen in Tokio nog wat wedstrijdritme opdoen.
In Tokio kwam ze soepel door de series in 12,72 en plaatste ze zich in de halve finales als tijdsnelste (12,63) voor de eindstrijd.
Visser is tweevoudig Europees kampioene indoor op de 60 meter en is met 12,62 houdster van het Nederlands record op de 100 meter horden. Ze liep dat in 2019 in de halve finales bij de WK in Doha. Op dat toernooi eindigde ze als zesde in de finale, in 12,66.
Visser was er 5 jaar geleden ook bij op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, maar toen op de zevenkamp. Ze eindigde toen als negentiende. Visser liep haar eerste olympische finale. Vooraf wist ze dat ze de beste race van haar leven moest lopen om een plak te pakken en dat lukte niet. Ze was 0,11 langzamer dan haar nationale record.