Bart Deurloo is tevreden met zijn bronzen comeback bij de NK turnen. Deurloo, die eerder deze maand terugkwam op zijn besluit om te stoppen, maakte in Rotterdam zijn rentree en eindigde als derde in de meerkamp.
De tweevoudig olympiër kondigde begin februari zijn afscheid aan en werkte sindsdien als coach binnen de Nederlandse mannenselectie, maar liet begin juni weten dat hij wellicht toch te vroeg gestopt was.
"Ik vond het heel leuk om hier weer te staan", zei Deurloo, die in Ahoy zijn eerste wedstrijd sinds de Olympische Spelen van Tokio turnde. "Het ging nog niet helemaal als vanouds, maar ik weet waar de verbeterpunten liggen. Ik ben blij dat ik weer een allround heb geturnd na vier jaar."
Bij de WK van 2019 turnde Deurloo namelijk zijn laatste zeskamp. Sindsdien richtte hij zich vooral op rekstok. "Toen ik drie weken geleden besloot voor de NK te gaan dacht ik 'ik doe gelijk allround'. Ik heb hoog ingezet, maar ben blij dat ik er doorheen ben gekomen. Het ging ook best wel goed. Ik had niet verwacht al zover te zijn."
Deurloo begon zijn meerkamp op vloer, waar hij na het voltooien van zijn oefening de vuisten balde. "Ik dacht 'jaa, I'm back bitches'", lachte hij.
De 32-jarige turner gebruikt de NK vooral als meetmoment op weg naar zijn belangrijkste doel dit jaar, de WK in Antwerpen. Daar hoopt hij met de Nederlandse ploeg een olympisch ticket af te dwingen. "Ik wil vooral het team helpen. Dat is echt 'the main reason' waarom ik weer ben gaan turnen."
"Er is weinig tijd richting de WK, dus ik moest nu ook wel een wedstrijd doen. Ik heb me wat ingehouden qua moeilijkheid, had deze wedstrijd nodig om in te komen. Nu weet ik waar ik sta en kan ik in één lijn door naar de WK in plaats van dat ik me afvraag 'kan ik het nog?'."
Deurloo nam na Tokio, waar hij zevende werd in de rekfinale, een pauze. Hij ging onder meer een half jaar naar Bali en focuste zich vervolgens op het coachen. "Ik had niet echt een lekker gevoel aan mijn loopbaan overgehouden. Door de coronatijd en alles daaromheen werd het turnen minder leuk. Natuurlijk had ik die olympische finale, maar ook daar heb ik niet echt van kunnen genieten. Die hele periode daarvoor was gewoon zo heftig. Daardoor was ik benieuwd naar iets anders. Ik had echt een dip na de topsport, had geen doelen en uitdagingen. Uiteindelijk had ik die pauze en het coachen nodig om uit te vinden wat ik wilde."
In die periode begon het 'vlammetje' langzaam weer te branden. "Ik was dat een beetje kwijt, die 'spark'. Maar ik ben blij dat hij terug is en ik er weer sta."