Soms realiseert BMX'ster Laura Smulders zich: het gevoel van Londen komt nooit meer terug. Niet dat ze leeft in het verleden. Sinds haar bronzen plak op de Olympische Spelen van 2012 won de inmiddels 29-jarige Wychense vrijwel alles wat er te winnen valt in het fietscrossen met onder meer 27 wereldbekeroverwinningen, twee wereldtitels en vier Europese titels. Alleen olympisch goud ontbreekt nog. Iets voor volgend jaar in Parijs wellicht.
Officieel maakt ze geen deel meer uit van TVE, de door haar vader geleide ploeg waarvoor zus Merel (goed voor brons op de Spelen van Tokio) uitkomt. Smulders is al jaren dikke maatjes met de Franse oud-wereldkampioen Sylvain André, die haar vorig jaar bij haar nieuwe sponsor Commencal introduceerde. Het mountainbikemerk heeft een downhillteam en André en Smulders fietsen nu op de eerste door Commencal geproduceerde BMX-fietsen.
"Rond mij is er verder geen team, dus heb ik met papa de afspraak dat ik van hun faciliteiten gebruik maak", vertelt ze op Papendal in de box van haar oude team. "Het voelt ook niet veel anders. Ander shirt en andere fiets, meer is het niet."
Ze is fan van het downhillen, de mountainbikediscipline voor de durfals. "Niet alleen omdat ze me nu sponsoren. Ik ben afgelopen zomer wezen kijken op het WK en heb ook wel eens meegetraind. Best gaaf dat zo'n groot merk, zeker in de downhill, in onze sport is gestapt." Misschien waagt ze zich er ooit zelf nog aan. Er zijn veel raakvlakken: het springen, de snelheid, gewoon de kick. "Ik heb in ieder geval goede contacten. Maar ik weet niet of ik er ooit goed in zou worden."
Voorlopig draait het om BMX'en en de Spelen van Parijs. "Daar winnen zou supergaaf zijn, maar ik heb al een olympische medaille en al drie keer meegedaan. Het maakt of breekt mijn carrière niet."
Op een snikheet Papendal pakte ze zaterdag zilver in een wereldbekerwedstrijd. Ze geniet nog steeds intens van haar sport. Maar soms realiseert ze zich dat het nooit meer wordt zoals in Londen 2012. "Ik zei van de week nog: ik zou best wel weer eens aan de start willen staan met dat gevoel van Londen. Het was wellicht het mooiste moment in mijn loopbaan. Ik had nul verwachtingen, ik vond het geweldig. Ik stond aan het starthek en dacht: nou, ik sta in een olympische finale, even nog een rondje fietsen. Mijn dag kon toch al niet meer stuk. Die kon überhaupt niet stuk: ik was op de Olympische Spelen."