De Nederlandse handbalsters hebben zich verzekerd van deelname aan het EK in december in Frankrijk. Het team van bondscoach Helle Thomsen haalde de benodigde twee punten binnen met een krappe zege van 29-28 in Minsk op Wit-Rusland. Oranje speelt zaterdag in Almere de laatste groepswedstrijd tegen Kosovo, maar die wedstrijd doet voor de kwalificatie niet meer ter zake.
Het Nederlands team miste in Minsk een flink aantal vaste waarden. Estavana Polman, Lois Abbingh, Yvette Broch en Angela Malestein waren er door blessures niet bij. De gemankeerde ploeg hield onder aanvoering van spelbepaler Nycke Groot stand tegen de Wit-Russinnen, al ging het niet even vlekkeloos.
De thuisploeg wist aardig bij te benen, maar bleek uiteindelijk niet opgewassen tegen de nummer drie van het WK vorig jaar in Duitsland én de winnaars van het zilver bij het EK van 2016 in Zweden. Oranje leidde bij rust met 16-13, bouwde die marge in de tweede helft eerst nog uit, maar liet in de slotfase Wit-Rusland nog gevaarlijk terugkomen.
Het Nederlands team kwam door de winst op 8 punten uit vijf duels. Evenveel als Hongarije, dat zich woensdag door een monsterzege van 37-15 op Kosovo al plaatste voor het EK. Wit-Rusland en Kosovo zijn uitgeschakeld.
Oranje leunde in Minsk op vertrouwde namen. Niet alleen Groot was nadrukkelijk aanwezig met tien doelpunten, ook de ervaren internationals Laura van der Heijden, Martine Smeets en Danick Snelder waren op schot met ieder vijf treffers. Debbie Bont scoorde drie keer.