Investeerder wil geld terug van Formule 1-coureur De Vries

19 jan 2023, 10:49 Sport
investeerder wil geld terug van formule 1 coureur de vries
ANP
Vastgoedmiljonair Jeroen Schothorst start op korte termijn een bodemprocedure over een niet nagekomen overeenkomst met autocoureur Nyck de Vries. Die volgt op een kort geding dat zijn investeringsmaatschappij Investrand heeft aangespannen en waarover het Financieel Dagblad woensdag berichtte. Schothorst ontkent de bewering uit het kamp-De Vries in het artikel dat hij uit rancune zou handelen omdat hij naast de functie van manager van de Nederlandse Formule 1-coureur van Alpha Tauri zou hebben gegrepen.
De Vries, komend jaar naast Max Verstappen de tweede Nederlander in de Formule 1, leende in 2018 250.000 euro van Schothorst, zo blijkt uit de processtukken die het FD heeft ingezien. De vastgoedmiljonair rekende daarvoor 3 procent rente per jaar, met daarbovenop een afdracht van 50 procent van de (variabele) inkomsten die de coureur zou gaan verdienen met diens Formule 1-gerelateerde activiteiten. De Vries moest daarover Schothorst periodiek inlichten. De lening zou worden kwijtgescholden als De Vries in 2022 nog geen Formule 1-coureur was.
Over dat laatste zijn beide partijen het niet eens. De Vries was al test- en reserverijder en debuteerde in de Grote Prijs van Italië. Daarom vindt Schothorst dat hij ook dit jaar nog aanspraak kan maken op de helft van de inkomsten van de Alpha Tauri-rijder. Via het kort geding wil Investrand inzage in de contracten en inkomsten van De Vries. De uitspraak volgt op 3 februari. De bodemprocedure gaat, zo meldt het bedrijf, over "een dispuut over de overeenkomst die partijen in april 2018 met elkaar zijn aangegaan".
"Laat ik vooropstellen dat ik het fantastisch vind voor Nyck dat hij succesvol is geworden als Formule 1-coureur", stelt Schothorst, die de suggestie dat hij manager van De Vries had willen worden ontkent. "We hebben in de carrière van De Vries geïnvesteerd op een cruciaal moment en toen niemand anders dat meer wilde doen. We verschillen nu van mening over de uitleg van de overeenkomst die we destijds met elkaar zijn aangegaan. Dat soort dingen gebeuren en daardoor ontkomen we er helaas niet aan de zaak aan de rechter voor te leggen."