Schaatser Patrick Roest is uiterst ontevreden over de keuzes die de selectiecommissie van de KNSB gemaakt heeft voor de Winterspelen van Beijing. De 26-jarige schaatser had zelf zijn zinnen gezet op een plaats op de 1500 meter, maar Marcel Bosker kreeg de voorkeur. Roest was vorige week tijdens het olympisch kwalificatietoernooi sneller op deze afstand, maar Bosker werd gekozen om de kansen op de ploegachtervolging te vergroten. Ook Sven Kramer werd geselecteerd voor de ploegachtervolging en kan als gevolg daarvan ook op de 5000 meter starten, zijn favoriete afstand.
"Dát die twee jongens worden aangewezen in het belang van de ploegachtervolging snap ik wel", reageert Roest via zijn management. "Alleen de keuzes voor welke individuele onderdelen ze worden aangewezen begrijp ik absoluut niet." Aan de ploegachtervolging mogen alleen schaatsers meedoen die ook op een individuele afstand uitkomen. Roest kwalificeerde zich voor de 5000 en 10.000 meter. Bij de Spelen van 2018 in Pyeongchang pakte hij zilver op de 1500 meter, maar in Beijing mag Roest die afstand niet rijden.
Ook stoort Roest zich aan de wijze waarop de besluitvorming tot stand is gekomen en over de naar zijn mening "gebrekkige communicatie" door de bond en bondscoach. "Zo is er met sommige schaatsers wel overleg geweest en met mij en anderen weer niet. Ik ben altijd erg loyaal geweest naar de bond. Als ze me nodig hadden, stond ik er. Maar daar wordt blijkbaar niet naar gekeken."
Komende vrijdag starten de EK Afstanden in Thialf met de ploegachtervolging bij de mannen, maar of Roest op een eventuele uitnodiging van bondscoach Jan Coopmans zal ingaan is nog maar de vraag. Wel verdedigt hij zaterdag op de 5 kilometer zijn Europese titel. "Laten we wel vooropstellen dat dit absoluut niks persoonlijks is tegenover Sven Kramer of Marcel Bosker. Natuurlijk willen die jongens rijden, dat willen we allemaal."