Schaatser Patrick Roest domineerde het allroundschaatsen in de jaren na de Spelen van 2018, maar op de individuele afstanden kon hij dat maar zelden in hoofdprijzen omzetten. Vorig seizoen raakte hij de status als beste schaatser op de 5000 meter kwijt. Op tweede kerstdag wil de schaatser van Jumbo-Visma op die afstand een startbewijs voor de Olympische Spelen in Beijing veiligstellen.
Op de NK afstanden moest Roest de titel op de 5 kilometer aan een ongenaakbare Jorrit Bergsma laten. De drie jaar ervoor was hij wel de beste. Na twee mindere wedstrijden in de wereldbeker deed Roest zelfvertrouwen op met zijn race in Salt Lake City, waar hij met 6.04,41 tweede werd achter de Zweed Nils van der Poel.
"Dat was wel heel lekker, de 10 kilometer in Stavanger was verre van goed", geeft hij toe. "Dan krijgt je zelfvertrouwen een deuk. Van daaruit zijn we hard gaan trainen en ik ben blij dat dat heeft gewerkt."
Roest dacht even dit najaar dat Van der Poel "echt te ver weg" was, dat de tijden die de Zweed reed onhaalbaar waren. "Na Salt Lake City kreeg ik het gevoel terug dat het mogelijk was om hem te verslaan", zegt de pupil van coach Jac Orie. "Dat had ik nodig."
Eerst is er echter het OKT waar volgens de selectievolgorde van de schaatsbond alleen de winnaar van de 5000 meter volledig zeker is van een olympisch startticket. De nummers 2 en 3 zullen moeten afwachten gedurende het OKT.
Roest voelt zeker druk, maar hij wil het ook niet anders maken dan tijdens de kwalificaties voor de WK's in de voorgaande jaren. "Ik zal niet met een ander gevoel aan de start staan. Ik heb dezelfde zenuwen. Als topsporter wil je je altijd plaatsen. Ik zal zelf mijn beste race moeten rijden."
Daarvoor moet hij vooral in topvorm zijn, benadrukt de schaatser uit Lekkerkerk. "En dat ik goed weet wat ik moet doen en er niet bijvoorbeeld te hard inga. Als ik weet wat het plan is, houdt me dat ook rustig."
Die vorm vindt Roest nog lastig in te schatten. "Door de zenuwen heb ik soms het gevoel dat de vorm er niet is. Dan voel je de spanning in de benen. Als ik begin te rijden, gaat alles vanzelf, maar het voelt niet lekker, omdat ik die spanning voel. Jac lacht me altijd een beetje uit omdat ik de dag van tevoren zeg dat ik slechte benen heb en uiteindelijk best hard rijd."
Roest reed afgelopen maandag nog een 3000 meter en was daar met 3.35,49 maar iets langzamer dan zijn persoonlijk record. "Om ervoor te zorgen dat ik er klaar voor ben doe ik de dag voor de 5000 meter nog een set-up. Drie rondjes op wedstrijdsnelheid, zodat ik weet wat ik een dag later moet doen."