Bijna ging het mis bij de Nederlandse vrouwen in de series van de 4x100 meter estafette op de Olympische Spelen in Tokio. De wissel tussen startloopster Nadine Visser en Dafne Schippers ging maar net goed. Desondanks haalde het kwartet de finish en bleek de tijd van 42,81 net goed genoeg om als achtste naar de finale door te dringen.
"Er zat een engeltje op mijn schouder", zei Schippers, die iets te vroeg vertrok en moest inhouden om op tijd het stokje in het wisselvak over te nemen. "Ik denk dat ik in de finale iets langer moet wachten; ik was een 'split second' te vroeg weg. Dat moet net iets anders in de finale. We hebben er vaak op geoefend, dus dat moet goed komen", zei de tweevoudig wereldkampioene op de 200 meter, die in Tokio de finale niet wist te halen van dat sprintnummer.
"Gelukkig zette Dafne de rem er niet te hard op, waardoor we wel snelheid hielden en niet te veel tijd verloren. Maar we hebben het wel spannend gemaakt" zei Visser, de nummer vijf uit de olympische finale op de 100 meter horden. Het viertal, met Marije van Hunenstijn en Naomi Sedney als derde en vierde loopster, schreeuwde het uit van blijdschap toen ze zagen dat hun tijd nog net genoeg was. Het verschil met Italië was 3 honderdsten.
De Nederlandse estafettevrouwen eindigden in de olympische finale van 2012 in Londen als zesde. Op de Spelen van Rio in 2016 misten de vrouwen de finale. Het ging toen mis in de series bij een wissel tussen startloopster Jamile Samuel en Schippers. Samuel kon niet meedoen in Tokio vanwege een hamstringblessure.