Als outsider gaan de Nederlandse waterpoloërs vanaf zondag in Rotterdam op jacht naar een startbewijs voor de Olympische Spelen. Bondscoach Harry van der Meer en zijn mannen weten dat ze op het olympisch kwalificatietoernooi moeten stunten om komende zomer naar Tokio te gaan. "We moeten boven onszelf uitstijgen, maar we weten ook dat we dat kunnen", zegt Van der Meer. "Deze jongens waren in 2016 één strafworp verwijderd van deelname aan de Spelen van Rio. Als we de kans krijgen, moeten we die pakken."
In tegenstelling tot de Nederlandse vrouwen, die zich onlangs in Triëst plaatsten voor de Spelen, behoren de mannen niet tot de wereldtop. De waterpoloërs deden in 2000 voor het laatst mee aan het mondiale sportevenement, toen nog met Van der Meer in het water. "Soms haal ik die ervaring in individuele gesprekken nog wel eens aan. Maar iedereen weet heel goed wat de Spelen betekenen. Ik hoef ze niet extra te motiveren. De jongens hebben al kleding gepast, voor het geval we ons plaatsen. Nu is het aan ons."
Oranje start het OKT, waarop de laatste drie tickets voor de Spelen worden verdeeld, zondagmiddag in het lege Rotterdamse zwembad tegen Duitsland. De dagen erna spelen de waterpoloërs tegen Kroatië, Roemenië, Frankrijk en Rusland. De top 4 plaatst zich voor de kwartfinales. Op papier steken de Kroaten en Russen er in de poule bovenuit. "Het heeft geen zin om te rekenen. We bekijken het per wedstrijd. Tegen Duitsland, Roemenië en Frankrijk liggen mogelijkheden voor ons. We zien dan later in de week wel waar we uitkomen", aldus Van der Meer, wiens ploeg vorig jaar op het EK won van Roemenië en verloor van de Fransen en Russen.
Na dat teleurstellend verlopen EK, waar Oranje op de voorlaatste plaats eindigde, zorgde de coronacrisis ervoor dat het OKT én de Spelen met een jaar werden uitgesteld. "We hebben dus een jaar langer kunnen trainen, maar de situatie was natuurlijk niet ideaal. Ook bij ons hebben een paar jongens met corona te maken gehad. Het kostte ze veel tijd om weer op te krabbelen", zegt Van der Meer.
Oefenwedstrijden spelen zat er de afgelopen maanden niet in. In de aanloop naar het OKT wilde Van der Meer trainen met en tegen Canada, maar die ploeg zat vanwege een coronageval vast in Italië. "Op het laatste moment hebben we nog iets kunnen regelen met Brazilië. Het zag er goed uit, maar een echte wedstrijd spelen is toch anders. We zullen dus op het toernooi zelf pas ondervinden hoe we er voor staan."
Van thuisvoordeel is niet echt sprake voor Oranje, omdat er geen publiek naar binnen mag in Rotterdam. "We gaan dit toernooi als outsider in", erkent Van der Meer. "Aan de andere kant: de vorige keer zaten we één strafworp van de Spelen af. We weten dat het kan."