Van Rij laat Belastingdienst eigen gebruik USB-sticks onderzoeken

23 mei 2023, 14:06 Landelijk
van rij laat belastingdienst eigen gebruik usb sticks onderzoeken
ANP
De Belastingdienst moet intern onderzoek gaan doen naar het gebruik van USB-sticks door medewerkers. Daaruit zal duidelijk moeten worden of het beleid moet worden aangescherpt. Staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) heeft daartoe opdracht gegeven, zo laat hij aan de Tweede Kamer weten. Aanleiding is een publicatie van NRC.
De krant meldde vorige week op basis van eigen onderzoek onder meer dat zo'n duizend medewerkers van de dienst een ontheffing hebben voor het gebruik van USB-sticks. Volgens de publicatie ontbreekt goed zicht op welke data daar allemaal op worden gezet. USB-sticks gebruiken heeft bij de Belastingdienst nooit de voorkeur, omdat dit relatief onveilig is.
Van Rij gaat in zijn brief in op het gebruik van USB-sticks en de beveiliging daaromtrent. Hij legt uit dat ontheffingen, die nodig zijn voor het gebruik ervan, door het management van de Belastingdienst afgegeven kunnen worden. "Dat is de plek waar het beste de inschatting gemaakt kan worden over noodzaak en de risico’s", schrijft de staatssecretaris. "In alle gevallen behoort het management periodiek de noodzaak voor de toegekende ontheffing te beoordelen en deze in te laten trekken als de noodzaak niet langer daar is", voegt hij eraan toe.
Als een USB-stick wordt gebruikt, worden de data erop automatisch versleuteld en zijn die niet leesbaar zonder wachtwoord, aldus Van Rij. USB-ontheffingen zijn volgens hem "direct gekoppeld aan belangrijke werkzaamheden". Er valt soms niet aan te ontkomen, al mogen de sticks alleen worden gebruikt als "andere vormen van bestandsuitwisseling niet geschikt zijn". De Belastingdienst is zich "bewust van de risico’s" op bijvoorbeeld datalekken.
Het onderzoek moet zich richten op "de noodzaak" van USB-ontheffingen. Van Rij wil ook een "uiterste poging" doen om het beleid over die ontheffingen van de afgelopen jaren te reconstrueren. Daaruit moet dan blijken of de Tweede Kamer hier in het verleden onvoldoende over is geïnformeerd.