‘Mooie wedstrijd.’ ‘Vond je? Ik vond van niet.’ ‘Je hebt toch gescoord?’ ‘Daar gaat het niet om. Nou ja ook, maar het is pas een goede wedstrijd als je een goede wedstrijd hebt gespeeld. En ik heb niet goed gespeeld’, zei mijn dochter Rosa. Tja. Zo kun je het ook bekijken. Het is pas een goede wedstrijd als je een goede wedstrijd hebt gespeeld.
‘Je klinkt een beetje als Johan Cruijff’, zei ik. ‘Als wie?’ ‘Als Johan Cruijff. Een soort Lionel Messi, maar dan uit mijn tijd.’ ‘Ik weet heus wel wie Cruijff is, hoor. Coach van Barcelona.’ ‘Klopt, maar ook een hele goed voetballer’, vulde ik haar aan. ‘Misschien wel een van de beste voetballers ooit.' ‘Nee, dat is Messi.' ‘Nou, ik denk dat Cruijff zeker zo goed was als Messi.' ‘Dat kan niet’, zei ze resoluut. Er is geen enkele voetballer zo goed als Messi.’
Voor mij is Johan Cruijff hét voorbeeld van mooi voetbal. Voor haar is dat Lionel Messi. Ik vind Cruijff geniaal. Zij Messi. Ik vind Messi op Cruijff lijken. Zij vindt Cruijff op Messi lijken. En eigenlijk bedoelen we precies hetzelfde. Een idool is een kind van de tijd. Elke generatie heeft zijn idool. En daar mag je niet aankomen. Ik Cruijff. Zij Messi. Zij heeft gelijk. Ik heb gelijk. Leve de generatiekloof.
‘Hoezo klink ik als Cruijff? Cruijff is toch een voetballer?’ ‘Ja klopt, maar Cruijff was niet alleen bekend als voetballer, maar ook als volksfilosoof.’ ‘Volksfilosoof? Wat is dat?’ ‘Iemand die mooie wijsheden predikt.’ ‘Wijsheden? Waarover?’ ‘Over voetbal natuurlijk. Nou ja, over alles eigenlijk. Voor veel mensen is Cruijff een alleskunner. En een allesweter.'
Johan Cruijff | Fotocredit: Pvt pauline (CC BY-SA 3.0)
‘Je moet schieten, anders kun je niet scoren. Ieder nadeel, heb zijn voordeel. Als je niet ken winnen, moet je zorgen dat je niet verliest’, somde ik een aantal uitspraken op. ‘Ken je niet winnen? Dat is toch geen Nederlands’, zei Rosa. ‘Klopt. Cruijff was een Amsterdammer. Daar betekent kennen, kunnen.’ ‘Dat klinkt niet als een wijze filosoof’, zei ze vertwijfeld. Ze keek naar buiten. ‘En daar is hij bekend mee geworden?’ ging haar vertwijfeling verder. ‘Ja, er zijn boeken vol geschreven met wijsheden van Cruijff. Echt waar.' Het werd stil in de auto.
Ik voelde dat mijn dochter de aandacht voor Cruijff wat overdreven vond. Ze veinsde op een antwoord. Er zou nog een scherpe analyse volgen. Dat zag ik aan haar gezicht.
‘Wist je dat ze Messi God noemen in Barcelona?’, zei Rosa na een lange overpeinzing. Ik moest lachen. ‘Waarom lach je?’ ‘God? Meen je dat echt? Toen Cruijff trainer werd van FC Barcelona noemden zijn spelers hem ook God, las ik laatst. Hij zag alles en wist alles beter. Een god die regelmatig van zijn berg in Barcelona afdaalde om zijn wijsheden te verkondigen, maar van Messi heb ik nog nooit een wijsheid gehoord', zei ik licht spottend. Zonder te blikken of te blozen ging ze verder. ‘Klopt. Messi is geen prater.’ Ze liet een stilte vallen. ‘Weet je, een voetballer, moet voetballen, niet praten’, beëindigde ze haar betoog. Inderdaad, een voetballer moet voetballen. Zo is het. Wat een mooie Cruijffiaanse wijsheid.
[caption id="attachment_851634" align="alignnone" width="3592"]
Lees ook: